
KIEZEN
Lopend op de dijk onder de pracht van een opkomende zon ergert hij zich aan jeukende oordopjes. Draaiend aan de luidsprekertjes leidt een reclametekst hem af. Iemand rechtvaardigt particulier onderwijs omdat iedereen het beste wil voor zijn kind. Geen speld tussen te krijgen maar toch ergert hij zich.
De omgeving verdwijnt naar de achtergrond terwijl gedachten door zijn hoofd malen. Vooral het idee dat streven naar het beste voor je kind het gevaar van onderscheid en achterblijvers met zich meebrengt. Kinderen die met minder genoegen moeten nemen waar anderen hun kind het beste kunnen bieden. Onrechtvaardig onderscheid concludeert hij.
De nieuwslezer heeft het over oorlog in onze achtertuin en de dreigende opleving van de pandemie. Op zichzelf ondenkbare zaken maar toch wrange werkelijkheid. Plotseling overvalt hem de vrees dat dit een opmaat is voor nog grotere rampen. Apocalyptische beelden die hem ernstig verwarren. Het luide “aan de kant sukkel” van een voorbij schietende wielrenner brengt hem terug in de realiteit.
Zijn gedachten blijven meanderen en brengen voorboden van een bijbelse eindtijd; besmettelijke ziekten, oorlogen en dreigende hongersnood, het klimaat en andere beproevingen, desinformatie en complotten van valse profeten. Omdat hij de last van zich af wil schudden zoekt hij een vrije interpretatie van verlossing; voor de hand liggende keuzes zijn nodig om een noodlottige afloop te vermijden.
Op de brug vaart een roeiboot onder hem door en plots weet hij waar het aan schort. Het beste voor onze kinderen is een leefbare wereld; een perspectief dat we driftig verkwanselen. Een kind de beste opleiding bieden is zinloos als we niet bereid zijn iets in te leveren van wat we welvaart noemen. Als we onder welvaart de bizarre situatie op vliegvelden, stinkende megastallen, ondraaglijke hitte en bosbranden, uitsterven van plant- en diersoorten, overstromingen en wat al niet meer verstaan, dan mankeert er wat aan ons beoordelingsvermogen. Stikstofuitstoot en opwarming van de aarde zijn geen natuurverschijnselen, we veroorzaken het.
Omdat we het verdienen boeken we vliegtickets. Geleid door winstbejag blijven we investeren in fossiele brandstoffen. Bezeten door de waan van noodzakelijke groei persen we de markt uit met bodemprijzen en onderbetaalde arbeid. Als lemmingen storten we ons collectief in de afgrond en we weten het nog ook. Ermee stoppen is simpel; als de wiedeweerga kiezen op elkaar en consuminderen met zijn allen!
De wandeling zit erop. Het was weer genieten denkt hij; de wereldproblemen opgelost in nog geen twee uur.
Leen
