H. LAURENTIUS | 3
Kerkgang is diepgang. Het stemt tot nadenken over de betekenis van het alledaagse. Zo ook op Allerzielen toen ik besloot op 2 november de woord- en gebedviering in de H. Laurentius bij te wonen.
Van oudsher wordt in de katholieke kerk tijdens Allerzielen gebeden voor zielen die nog in het vagevuur verblijven. Het helpt om het ‘louteringsproces’ in het vagevuur te verkorten en de zielen sneller naar de hemel te brengen.
Tegenwoordig herdenken steeds meer mensen op allerzielen, buiten de kerk hun overleden dierbaren. Er worden bijeenkomsten georganiseerd waar mensen samen kunnen stilstaan bij hun verlies.
Bij aankomst stel ik vast dat de toegang tot de kerk zich aan de achterzijde bevindt. Logisch, want ik weet dat ook bij christenen de dienst naar het oosten gericht is, waar de opkomende zon symbool staat voor de verrezen Heer.
De aan de buitenzijde getailleerde kerk oogt binnen volumineus en imposant. Onwillekeurig ontstaat de gedachte dat het gebedshuis tegenwoordig een te grote broek aan heeft. Een van mijn vele vooroordelen over de staat van het katholicisme want de ruimte vult zich al snel met gelovigen; uiteindelijk zijn er misschien wel tweehonderd mensen op de dienst afgekomen.
De rituelen komen ouderwets over. Voorgangers en koor verrassen daarentegen wel. Drie vrouwen leiden ons door de gebeden en de kwaliteit van de zang is uitstekend.
De dames achter het altaar getuigen van modernisme, hoewel het waarschijnlijk voortkomt uit personeelsgebrek. De dirigent dirigeert als een bezetene die hemelse zegeningen met hoog geheven armen lijkt af te willen dwingen. Wat er in ieder geval mee wordt bereikt is een meer dan aardige klankkleur.
De focus op overleden familieleden en vrienden roept een aangename want warme emotie op. De met kaarsen verlichtte processie naar het monumentale kerkhof voor de ingang maar achter de kerk, versterkt dit gevoel. De feeëriek verlichtte zerken vormen het decor van een indrukwekkend tafereel. Schaduwen van mensen groeperen rond de graven van hun geliefden terwijl ik vanaf de zijlijn meeleef.
Tijdens de gang huiswaarts realiseer ik me dat deze eredienst voor de doden blijk geeft van een levende geloofsgemeenschap in ons dorp. Een gemeenschap die zich volledig buiten mijn gezichtsveld beweegt; ook al woon ik hier meer dan dertig jaar, ik herkende niemand. Verbluffend gewoon…
Verrijkt met inzicht in het Oudorper geloofsleven eindigt mijn door cynisme ingegeven reis. Er bestaat een wereld van kennis achter de armoede van slechts een mening.
Leen