

Sofie en Mick zijn 2 kinderen uit Oudorp die van alles beleven in Oudorp. Leuk voor ouders en grootouders om voor te lezen aan hun kinderen en kleinkinderen.
Weer school én weer sporten
‘Pffff’, zucht Mick als hij en Sofie naar huis lopen vanuit school. ‘Wat moesten we gelijk weer hard werken hè, op school.’ ‘Zeker’, zegt Sofie. ‘Maar ik vind het ook wel weer leuk hoor om te leren!’ ‘Vooral taal vind ik heel leuk.’ ‘Ik vind juist rekenen heel leuk.’ ‘En toevallig ben ik daar ook heel goed in’, zegt Mick stoer. ‘Ja, ja, dat zal wel’, lacht Sofie.
‘En wat ga je nu doen?’ ‘Ik ga naar de voetbaltraining, die is ook weer begonnen.’
‘O, wat leuk’, zegt Sofie. ‘Ik zat op handbal maar ik vond het niet leuk meer.’ ‘Dus nu mag ik een andere sport zoeken van mijn vader en moeder.’
‘Ik heb een idee’, roept Mick. ‘Waarom ga je niet mee met mij naar de voetbaltraining?’ ‘Er mogen al heel lang ook meisjes meedoen in ons team.’ ‘En de andere jongens vinden het vast niet erg als je meedoet.’
‘Mmmmm’, Sofie moet even nadenken. ‘Goed, ik doe het, ik ga mee.’
Snel rennen ze ieder naar hun eigen huis om zich om te kleden en dan fietsen ze samen naar het terrein van Kolping Boys.
Mick heeft natuurlijk zijn echte blauw- witte Kolping Boys voetbalkleren aan. Sofie haar gewone sportkleren.
‘Hé coach’, roept Mick. De coach komt lachend naar Mick toe. ‘Hé Mick, wat goed om je weer te zien na de zomervakantie!’ ‘En wie heb je meegenomen?’ ‘Ik ben Sofie’, zegt Sofie. ‘Ik ben vrienden met Mick en omdat ik gestopt ben met handbal vroeg Mick of ik een keer mee wilde trainen bij zijn voetbalteam.’ ‘Nou, je bent welkom hoor’, zegt de coach. ‘Kun je al een beetje voetballen?’ ‘Tsja, ik heb natuurlijk altijd met mijn handen aan de bal gezeten dus nu alleen met mijn voeten is een hele uitdaging’, lacht Sofie. ‘Mooi’, lacht de coach terug. ‘Doe maar gewoon lekker mee, dan hoor ik straks wel wat je ervan vond’.
Sofie ziet dat de andere jongens van Micks team naar haar kijken maar ze ziet ook een ander meisje, Sara, uit een klas hoger op school. ‘Hallo allemaal’, zegt Sofie. ‘Hey Sofie’, zeggen er een aantal terug.
‘Ja, verzamelen’, roept de coach. Als ze in een kring om hem heen staan legt hij uit wat ze gaan doen. ‘We gaan eerst vijf rondjes om het veld heen hardlopen, of eigenlijk meer joggen, dus rustig aan. Dan doen we wat oefeningen om te rekken en strekken en dan maken jullie tweetallen en gaan we beginnen met naar elkaar over te schieten.’
Al gauw is de groep aan het rennen, oefeningen aan het doen en dan is het tijd om tweetallen te maken. Mick wil gelukkig wel met Sofie samen overschieten. ‘Poeh, wat schiet jij hard zeg’, puft Sofie. Ze heeft al een paar keer de bal ver moeten halen omdat ze hem niet op tijd kon tegenhouden. ‘Ik kan ook heel goed voetballen’, zegt Mick met een dikke grijns.
Na het overspelen krijgt de helft van de groep een geel hesje aan en gaan ze een partijtje doen. Sofie rent heen en weer en let goed op de bal. Ze sprint naar de bal om hem naar voren te schoppen maar plotseling krijgt ze een harde duw waardoor ze hard valt. Een jongen uit haar klas, Bob, die ook in het team zit lacht gemeen naar haar. ‘Ik wil geen meisjes in ons team’, sist hij Sofie toe. Sofie staat op en maakt zich groot. ‘Dan heb je dikke vette pech’, zegt ze expres heel hard. ‘Want Sara is hier en ik vind het ook hartstikke leuk om mee te doen dus ik denk dat ik blijf’.
Coach komt aanrennen. ‘Laat ik niet merken dat je akelig doet tegen de meiden die meedoen Bob’, zegt coach streng. Bob kijkt nog een keer naar Sofie maar loopt dan met gebogen hoofd weg. Hij snapt wel dat het niet aardig van hem was.
Na nog twee wedstrijdjes doen ze weer wat oefeningen en dan is het tijd om naar huis te gaan. ‘En, Hoe vond je het’, vraagt de coach aan Sofie. ‘Heel erg leuk!’ ‘Ik denk dat ik volgende week weer meekom.’ ‘Mag dat?’ ‘Natuurlijk’, zegt de coach. ‘We kunnen altijd nieuwe spelers gebruiken.’ ‘Dan kijken we volgende week of je lid wil worden en of dit team het beste bij je past.’ ‘Maar volgens mij heb je talent, je speelde al best goed mee.’ Sofie gloeit van trots. ‘Cool’, grijnst Mick. Ze geven elkaar een high five. Moe maar voldaan fietsen ze na kletsend naar huis. ‘Tot morgen’, roept Sofie. ‘Tot morgen’, roept Mick. ‘Dit was supertof!’ En dat vindt Sofie ook!
