

Sofie en Mick zijn twee kinderen uit Oudorp die van alles beleven. Leuk voor ouders of grootouders om voor te lezen aan hun kinderen of kleinkinderen
Voorleesplezier met Mick en Sofie 10
VAKANTIE!
‘Mick, Mick!’ Hijgend komt Sofie de trap naar Mick zijn kamer opgerend. ‘Ben je klaar met pakken? Pappa is de auto aan het volladen en de laatste spullen gaan in de caravan dus we vertrekken al snel!’
‘Ik wou net naar jullie toekomen,’ antwoordt Mick. Hij gooit zijn rugzak over zijn schouder en tilt een grote sporttas op. ‘Ik heb er zo’n zin in,’ lacht hij naar Sofie. ‘Kom we gaan!’ Samen lopen ze de trap af.
‘Dag pap, dag mam!’ Mick geeft zijn vader en moeder een dikke knuffel. ‘Goed meehelpen hé Mick,’ zegt zijn vader. ‘En goed luisteren hoor,’ zegt zijn moeder. ‘Ja, ja,’ lacht Mick. ‘Ik zal heel braaf zijn.’
Als ze bij Sofie aankomen neemt haar vader gelijk de spullen van Mick over en legt ze in de auto. ‘Fijn dat je er bent Mick,’ zegt de vader van Sofie. ‘Hey Mick,’ roept de moeder van Sofie als ze aan komt lopen. ‘Superleuk dat je meegaat. We hebben er zin in.’
Al snel zijn ze onderweg. Om de tijd te doden doen ze een paar spelletjes. ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet en de kleur is…..’ En ze tellen auto’s. Mick de rode en Sofie de blauwe. Als het niet ver meer is doen ze nog een moeilijk spelletje. ‘Ik ga op vakantie en neem mee…’ Dan bedenken ze om de beurt iets wat ze mee op vakantie nemen en zeggen dat hardop plus wat daarvoor al is bedacht. Op die manier zijn er steeds meer dingen om te onthouden. Sofie is het beste in het onthouden en wint.
‘Ik zie het bord van de camping!’ De vader van Sofie wijst in de verte. Het is een mooi bord met een hert erop. Ze melden zich bij de receptie en mogen dan door de poort rijden om naar hun plek te gaan. Sofies vader zet de caravan heel handig op zijn plek en dan kan het uitpakken beginnen. Eerst helpen Sofie en Mick mee met het opzetten van de voortent. Als dat klaar is gaan ze naast de caravan samen hun eigen tentje opzetten.
‘Houd jij de stokken vast, dan gooi ik het tentdoek eroverheen,’ zegt Mick. Sofie houdt de stokken stevig vast en hop daar komt het doek. Samen slaan ze haringen in de lussen en dan is het tentje klaar voor gebruik. ‘Goed gedaan,’ lacht Sofie. Ze geeft Mick een high five. ‘Hier zijn de luchtbedden,’ zegt haar vader. ‘Maak je bed maar vast klaar want vanavond is er een bosspel dus dan jullie zullen wel moe zijn als jullie terugkomen en dan kunnen jullie zo gaan liggen.’
‘Mogen we zo gaan zwemmen?’ vraagt Sofie. ‘Tuurlijk,’ zegt haar moeder. ‘Lekker doen waar jullie zin in hebben hoor.’
Sofie en Mick maken snel hun bed op en leggen al hun spullen in de tent. Dan gaan ze zich omkleden en rennen naar het zwembad. Daar spelen al een heleboel kinderen. Mick neemt een grote aanloop en springt het bad in. ‘Kom Sofie!’ roept hij. Sofie neemt ook een aanloop en plonst naast Mick in het water. ‘Brrr koud!’ Maar door het spelen is ze er al snel aan gewend. Ze gooien over met een bal en duiken naar een steen die ze gevonden hebben. Samen met andere kinderen klimmen ze op een vlot en duwen elkaar eraf. ‘Jongens tegen de meiden!’ roept Sofie. Er wordt geduwd en getrokken maar de meisjes kunnen het niet winnen van de grotere jongens.
Dan is het tijd om te eten. Daarna doen ze een spelletje en wachten tot het een beetje donker begint te worden.
Als het tijd is gaan ze naar de verzamelplek. Dennis van het recreatieteam legt het spel uit. ‘Jullie gaan straks in het stukje bos naast de camping dieren zoeken. Geen échte dieren maar mensen die zich verstopt hebben en dierengeluiden maken. Als jullie een dier gevonden hebben dan schrijf je de naam van het dier op en vragen een handtekening aan de meneer of mevrouw die het dierengeluid maakt. Wie de meeste dieren heeft gevonden, heeft gewonnen. Je mag alleen maar ook samen of in groepjes. Heeft iedereen het begrepen?’ ‘Ja!’ roept Mick heel hard en iedereen moet lachen. ‘Nou, ga maar gauw zoeken dan,’ lacht Dennis. ‘Succes!’
Sofie en Mick gaan samen zoeken en lopen een kant op waar niet zoveel kinderen heenlopen.
‘Miauw,’ horen ze ineens niet zo ver weg. ‘Sttt,’ fluistert Sofie. ‘Die kant op.’ Heel voorzichtig en zachtjes lopen ze in de richting van het geluid dat ze hoorden. ‘Miauw,’ horen ze ineens heel hard naast zich en ze zien gelijk een moeder van een van de kinderen naast een boom zitten. ‘Jaaaa, gevonden!’ roept Mick. ‘Niet zo hard,’ zegt Sofie. ‘Dan weet iedereen dat ze hier moeten zoeken.’ Ze krijgen een poezenpootje op hun papier en verder kunnen ze weer. Na een poosje lopen komen ze in een heel donker stukje van het bos. Mick gaat een beetje dichter bij Sofie lopen. Voorzichtig sluipen ze tussen twee bomen door…
‘Woef!’ Mick springt een meter de lucht in. ‘Tsjonge, ik schrik me rot zeg!’ Sofie ligt helemaal in een deuk. Als ze goed kijken zien ze de baas van de camping in zwarte kleding die goed verstopt zit tussen de struiken. ‘Goed gedaan,’ zegt de baas. ‘Ik blaf maar heel af en toe dus ik ben heel moeilijk te vinden.’ Hij zet vlug een krabbeltje op het papier van Mick en Sofie. ‘Loop maar vlug door, dan kunnen de anderen me niet zo snel vinden.’
Mick en Sofie lopen door en vinden nog een uil, een duifje en een muisje. Als de toeter gaat lopen alle kinderen weer terug naar het verzamelpunt. Iedereen levert zijn papier in en krijgt een zakje chips en wat te drinken. Dennis kijkt samen met zijn helpers de papieren na. ‘We hebben vier winnaars,’ roept hij even later. ‘Guusje en Josje en Sofie en Mick. Zij zijn de enigen die de hond hebben gevonden!’ Alle vier krijgen ze een opblaasbare zwemband. ‘Wat een topavond,’ roept Mick. ‘Jaaaa,’ roepen alle kinderen.
Moe lopen Sofie en Mick naar de caravan en hun tentje. Pap en mam krijgen een uitgebreid verslag en dan is het tandenpoetsen en slapen.
‘Welterusten!’
