

Sofie en Mick zijn twee kinderen uit Oudorp die van alles beleven. Leuk voor ouders of grootouders om voor te lezen aan hun kinderen of kleinkinderen
Voorleesplezier met Mick en Sofie 7
‘Jij bent!’ Sofie geeft Mik een duwtje tegen zijn arm. ‘O ja,’ zegt Mick. Vlug gooit hij de dobbelsteen en verzet zijn pionnetje op het speelbord. ‘Pfff,’ zucht hij. ‘Ik wou dat het lente was. Dan konden we weer lekker buiten spelen en gaan vissen.’ ‘Ja,’ zegt Sofie. ‘En jij hebt beloofd dat je me dat gaat leren.’
‘Heb je eigenlijk wel een hengel?’ vraagt Mick. ‘Pap zei dat hij er een op zolder heeft liggen,’ antwoordt Sofie. ‘Laten we gaan kijken.’
Ze pakt een zaklamp uit de la en probeert even of hij het nog doet. ‘Op zolder is geen licht maar hiermee redden we ons wel.’
Als ze boven zijn zegt Sofie ‘ga jij maar voor.’ Eigenlijk vindt ze het wel een beetje spannend in het donker. ‘Túúrlijk,’ zegt Mick stoer. Voorzichtig stapt hij de zolder op met de zaklamp op de vloer gericht. ‘Kraaaak, kraaaak,’ doet de vloer overal waar Mick gaat staan. Maar hij hoort nog iets…
‘Sttt,’ zegt hij zachtjes tegen Sofie. ‘Ik hoor wat.’ Nu vindt hij het ook wel een beetje spannend. Het geluid komt steeds dichterbij…
‘Aaaah!’ schreeuwt hij als er een witte schim voorbij flitst. ‘Een spook!’
Sofie ligt helemaal in een deuk achter hem op de trap. ‘Dat is geen spook,’ hikt ze. ‘Dat is Moortje, onze poes.’ Mick slaakt een diepe zucht maar moet dan ook hard lachen. ‘Nou lekker hoor, dat heb ik weer!’
Hij trekt Sofie de zolder op en samen zoeken ze naar de hengel. ‘Daar is hij!’ Mick wijst met het licht van de zaklamp de hengel aan. ‘Kom we nemen hem mee naar beneden.’
Snel lopen ze naar beneden met de hengel waarna Mick hem eens even goed bekijkt. ‘Nou, dat is nog een mooi dingetje,’ zegt hij enthousiast. Hij draait even naar links en naar rechts met het hendeltje van de molen en kijkt naar de lijn en de oogjes. ‘Daar kunnen we wel wat mee!’ ‘Mooi,’ zegt Sofie. ‘Dan zet ik hem op mijn kamer en als het mooi weer wordt kunnen we gaan vissen in het Zwijnsmeertje. En dan gaan we zelf wormen zoeken en vragen we aan mijn moeder of we wat te drinken mee mogen en een snoepje en….’
‘Ho maar,’ lacht Mick. ‘Het is nog niet zover hè!’ ‘Maar je hebt er wel zin in zo te horen.’ ‘Zeker,’ zegt Sofie. Snel rent ze naar boven om de hengel op haar kamer te zetten.
‘Hé poes,’ zegt Mick tegen Moortje die voorbij loopt. ‘Liet jij me even schrikken boven op zolder.’ Moortje knippert eens even met haar ogen maar loopt dan rustig verder.
‘Bangerik,’ plaagt Sofie. ‘Huh,’ snuift Mick en trekt zijn neus op. ‘Kom we spelen verder, dan win ik dik van je!’ ‘Dat denk je maar,’ zegt Sofie. Lachend gaan ze weer aan tafel zitten. De winter duurt lang maar ze hebben iets leuks om naar uit te kijken!
