

Sofie en Mick zijn 2 kinderen uit Oudorp die van alles beleven in Oudorp. Leuk voor ouders en grootouders om voor te lezen aan hun kinderen en kleinkinderen.
Een lekkere en warme zomerdag
‘Dingdong’, gaat de bel bij Sofie haar huis. Sofie rent naar de deur en doet hem open. ‘Jo Sofie’, zegt Mick die voor de deur staat. ‘Kom gauw Mick’, roept Sofie. Samen rennen ze naar de tuin. ‘Kijk’! Sofie wijst naar een groot zwembad dat in de tuin staat. ‘Wauw’, roept Mick verbaasd uit. ‘Dat is echt een joekel, zo groot!’ ‘Van opa en oma gekregen’, zegt Sofie trots. ‘Je hebt toch wel je zwembroek mee hè?’ ‘Tuurlijk, dat had je toch gezegd, zegt Mick. Kunnen we lekker plonsen!’
Snel gaan Mick en Sofie zich omkleden. Ze rennen weer terug naar de tuin, klimmen het trapje op van het zwembad en springen in een keer het zwembad in. ‘Brrrr’, roepen ze allebei als ze weer boven water komen, ‘koud!’ ‘Hier, vang de bal, roept Sofie!’ Mick vangt de bal en gooit hem naar Sofie. Al snel hebben ze het helemaal niet koud meer door het spelen.
Opeens gaat de poortdeur piepend open. ‘Wat zijn jullie aan het doen?’ Debora komt de tuin ingelopen, het buurmeisje. ‘Aan het overgooien met de bal’, zegt Sofie. ‘Wil je ook meedoen?’ ‘Jeej’, roept Debora en gaat gauw naar huis om haar badpak aan te trekken. Al gauw zijn ze met drietjes aan het overgooien met de bal. Maar weer gaat de poortdeur open. ‘Mag ik ook meedoen?’ Dat is Guus, de buurjongen die een paar huizen verderop woont. ‘Ja hoor’, roept Sofie! Guus sprint naar huis en is supersnel weer terug in zijn zwembroek en plonst ook het zwembad in. ‘Wat een groot zwembad’, roept hij!
Mick, Sofie, Debora en Guus spelen heel lang met de bal. ‘Zullen we nu duiken’, vraagt Mick? ‘Dat is goed’, antwoordt Sofie. ‘Ik heb van pap en mam voor mijn verjaardag duikstaafjes gekregen.’ Om de beurt gooien ze de duikstaafjes in het water en duiken ze daarna weer op. De zon schijnt heerlijk warm op het water en ze hebben veel plezier.
‘Wie wil er wat drinken’? Daar is de moeder van Sofie met een blad met grote bekers koude limonade erop. ‘Hallo Mick, Debora en Guus’ ‘Hallo’, roepen ze in koor terug. ‘Lekker hoor’! ‘En lusten jullie ook wel wat chips’, vraagt de moeder van Sofie?
‘Zeker weten’, roept Mick heel blij! De anderen moeten er om lachen. ‘Mick lust altijd wel eten’, lacht Guus. ‘Maar ik ook hoor’! ‘Dan ga ik maar gauw wat halen’, lacht de moeder van Sofie. Al snel is ze terug met schaaltjes vol met chips, nootjes en ook een paar zure matjes. ‘Het lijkt wel feest’, roept Debora! ‘Ja mam, het lijkt wel feest’, roept Sofie en ze geeft haar moeder een stevige knuffel. Ze leggen een groot kleed in het gras en zetten daar hun drinken en eten de bakjes met lekkers leeg. ‘Yeah, een picknick’, roept Mick. Met z’n viertjes genieten ze van al het lekkers.
‘Auw, auw, auw’, roept Debora ineens heel hard en ze begint te huilen. ‘Wat, wat’, roepen de anderen met verschrikte ogen maar ineens zien ze een wesp wegvliegen. ‘Die wesp heeft mij gestoken’, snikt Debora. De moeder van Sofie hoort Debora huilen en komt al aangerend. ‘Laat maar even kijken’, zegt ze. De plek wordt helemaal rood maar het angeltje waar de wesp mee gestoken heeft zit niet meer in de arm van Debora. ‘Ik zal er een zalfje op smeren en een pleister er op doen’, zegt de moeder van Sofie. ‘Dan heb je er hopelijk snel niet meer zoveel last van’. Als ze klaar is kunnen ze weer gaan zwemmen. ‘Gaat het Debora’, vraagt Sofie? ‘Ja hoor’, zegt Debora. ‘Hat zalfje helpt goed. Het was even schrikken maar gelukkig kunnen ze weer lekker verder zwemmen en spelen. En dat doen ze…de hele middag. Wat een lekkere zomerdag!
