REFERENDUM

Toegegeven (…) veel had ik er niet van verwacht. De uitkomst van het raadgevend referendum over een vuurwerkverbod stond in mijn ogen vast. Vooraf overschaduwde de roeptoeter van leveranciers en verkopers de stem van voorstanders. Mijn vertrouwen in de gewenste uitslag bestond uit niet meer dan twijfelachtige hoop. Bovendien de vraag voorleggen is één ding, iets doen met de uitkomst is twee.

Vooraf even een disclaimer. Jarenlang heb ik enthousiast vuurwerk afgestoken. Het gevaar en de vervuiling waren mij om het even. Waar mijn buren vrolijk toekeken was voor mij afsteken het parool. Terwijl ik mijn laatste kruit verschoot zaten de meesten alweer binnen.

Tot mijn verbazing had 65,3% van de stemmers voor een verbod gestemd. Dat laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Op 15 juli stond het onderwerp op de agenda van de gemeenteraad.

In tegenstelling tot mijn verwachtingen vooraf was mijn voorgevoel nu positief; het kon niet anders dan dat het advies zou worden overgenomen. Uitspraken van verschillende partijen ondersteunden dit. Afwijzen zou een schoffering van het overgrote deel van de bevolking betekenen en daar is in mijn ogen geen redelijk argument voor te vinden.

En zo gebeurde het dat de gemeenteraad inderdaad het advies uit het raadgevend referendum opvolgde.

Er moet natuurlijk een alternatief worden geboden en nu ik toch bezig ben stel ik voor om op het snijvlak van drie tot vier verschillende wijken een professionele vuurwerk-, maar nog beter, een lasershow aan te bieden.

Er zullen criticasters zijn die wijzen op het lage opkomstcijfer (47,4%) maar wat mij betreft is het referendum inclusief de uitvoering uiterst succesvol gebleken. Dat smaakt naar meer.

Mijn gedachten waaieren uit over mogelijke onderwerpen, maar de meeste vallen af. Veelal te complex, onvoldoende actueel of controversieel. Dat wordt een puzzel die niet zomaar even kan worden gelegd.

Dubbenderwijs (ik weet het; een verzonnen maar treffend woord) kom ik tot een voorzichtig en verstrekkend voorstel; een autoluwe of (nog liever) -vrije binnenstad. Tot nu toe horen we alleen winkeliers en politiek, maar nooit wat bezoekers ervan vinden. Zoals succesvol toegepast in meerdere Europese steden, zijn parkeergarages buiten de stad, shuttlebussen en bezorgdiensten dan een voorwaarde.

Pracht en praal van de stad verdient voorrang op het primaat van autoverkeer. Net als met oud-en-nieuw krijgt ontmoeting meer ruimte. De opbrengst is groot voor zowel sfeer en onderlinge verhoudingen en dient op langere termijn zelfs economische belangen. Ik geloof en beloof het!

Leen